Geachte Medebloggers,
We zijn weer terug van vakantie, we hebben ons goed vermaakt in de prachtige stad Antwerpen, deze historische stad is een leuke stad voor mensen van allerlei pluimage.
Ook met kinderen is het goed te doen doordat je met de tram op loopafstand van het Scandic hotel de hele stad bijna te bereiken is. Het hotel is in bezit van een binnen zwembad wat prachtig is als het toch af en toe buiten zeer slecht weer is.
Door een dagkaart te kopen kun je van tram nar tram hoppen en heb je geen stress van zelf te moeten rijden in een vreemde stad. Ook de zoo hebben we bezocht, een typische stadsdierentuin de kinderen vonden dit prachtig en genoten dan ook volop.
Verder was het bezoekje aan miniatuur Antwerpen de moeite waard, al hadden we bij aankomst zoiets van zitten we wel goed?
Het gebouw is namelijk een oude opslagloods aan de haven en de verveloze shelter geeft een wat verlaten aanblik.
Toch geven we het niet direct op en gaan op zoek naar de ingang.
Na een omtrekkende beweging vinden we de ingang en treden binnen in een soort van donker café gedeelte en ik vraag me af of het wel geopend is.
Toch verschijnt er uit het niets een aardige dame en deze voegt ons bij de reeds lopende rondleiding.
De oude baas die de rondleiding verzorgt verteld met hart en ziel over zijn stad.
Ook de geschiedenis van de gebouwen en de stad van vroeger worden zeer volledig uitgelicht.
In de jonge jaren van de stad toen nog de nederzetting Ant verpia geheten, “aanwerp” een aangeslibd stuk land in de schelde was.
Ook vanuit het Latijn gezien zou het aan de werf kunnen betekenen en in de loop der jaren is vervormd tot Antwerpen.
En nog altijd is het een havenstad van belang voor de Belgische economie.
De sage van het hand werpen is dus niet kloppend, maar het is een blijft een leuk verhaal natuurlijk.
Al is aan de vergelijking met de bijbelse mythe van David en Goliath de reus niet te ontkomen.
Hier volgt de vertelling van deze legendarische sage:
HANTWERPEN, de legende
Nog tot in de zeventiende eeuw werd Antwerpen vaak als ‘Hantwerpen’ geschreven. Volgens een oude sage hoorde het ook zo.
Volgens die sage heerste rond het begin van onze tijdrekening de reus Druoon Antigoon over de Schelde.
De reus eiste een zware tol van elke voorbijvarende schipper.
Wie niet wilde betalen, hakte hij een hand af.
Maar hieraan kwam een einde toen een Romeinse soldaat, Silvius Brabo, de reus doodde.
Brabo hakte een hand van Antigoon af en wierp ze in de Schelde.
Vandaar: Hantwerpen.
De H verdween, Antwerpen bleef.
In werkelijkheid is de naam Antwerpen wellicht afkomstig van ‘aanwerp’, een aangeslibd stuk land in de Schelde ter hoogte van het Steen.
Hier ontstond een vroege nederzetting.
Deze aanwerp verdween op het eind van de negentiende eeuw, toen de Scheldekaden werden rechtgetrokken.
Maar de legendarische bevrijder Brabo pronkt nog steeds op de Grote Markt.
De bronzen Brabo fontein (1887) is een werk van de Antwerpse beeldhouwer Jef Lambeaux.
Hoe oud is Antwerpen?
Opgravingen hebben aangetoond dat er zeker al in het Gallo-Romeinse tijdperk(tweede en derde-eeuw van onze tijdrekening) bewoning was aan de Schelde.
Dat was ook het geval omstreeks 650, toen de kerstening startte. In 836 verwoestten de Noormannen de toenmalige woonkern.
Daarna kwamen er opnieuw bewoners aan de ‘aanwerp’, waaraan Antwerpen haar naam zou ontlenen, op de plaats waar vandaag nog steeds de burcht het Steen staat.
Deze kern groeide uit tot de huidige stad.
Toen Antwerpen rond 970 een grensplaats werd van het Duitse Rijk, bouwde men een houten versterking.
Die werd later vervangen door een stenen burcht (het Steen) met een omheiningsmuur en Antwerpen mocht zich markgraafschap (grensgraafschap) van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie noemen.
De Schelde was de grens en aan de overkant lag het graafschap Vlaanderen.
Aan de zuidzijde van Antwerpen richtte de Heilige Norbertus in de twaalfde eeuw de Sint-Michielsabdij op.
De kanunniken van het kerkje dat daar had gestaan, verhuisden toen naar de noordelijke kern en stichtten daar een nieuwe parochie, met als centrum een Onze-Lieve-Vrouwekerk, de eerste voorloper van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
De stad, die vanaf dan deel uitmaakte van het hertogdom Brabant, bleef zich concentrisch uitbreiden met opeenvolgende omwallingen die nog steeds herkenbaar zijn in het stratenpatroon.
Een eerste economische bloeiperiode volgde in de eerste helft van de veertiende eeuw.
Toen werd Antwerpen het belangrijkste handelscentrum en financiële hart van West-Europa, vooral bekend voor haar zeehaven en wolmarkt.
In 1356 werd de stad aangehecht bij het graafschap Vlaanderen en verloor ze heel wat privileges, onder meer ten voordele van Brugge.
Maar vijftig jaar later keerde het politieke en economische tij weer en begon de aanloop naar de ‘Gouden Eeuw’, waarin Antwerpen op elk vlak een wereldstad werd; zowat het New York van de zestiende eeuw.
In 1531 bouwt Dominicus de Waghemakere de allereerste Handelsbeurs, ‘de Moeder van alle beurzen’, die onder meer model stond voor de beurzen van Amsterdam, Londen en Rijsel (Lille).
De Florentijn Lodovico Guicciardini omschreef dit handels- en cultuurcentrum als ‘de mooiste stad ter wereld’.
De beroemdste inwoners uit die tijd zijn: de schilders Quinten Metsys en Bruegel, de drukker Plantin, de humanisten en wetenschapslui Lipsius, Mercator, Dodoens en Ortelius. De spotnaam ‘sinjoren’, die de Antwerpenaars met trots dragen, stamt uit deze Gouden Eeuw.
In de ogen van al dan niet afgunstige bezoekers leidden vele inwoners toen een waar herenleven: hoofs en zelfbewust, als ‘sinjeurs’ (naar het Spaanse señor.)
In de tweede helft van deze eeuw lag de stad echter in het brandpunt van de politiekgodsdienstige strijd tussen het protestantse Noorden en het katholieke Spanje, met dan dieptepunten de Beeldenstorm (1566), de Spaanse Furie (1576) en uiteindelijk de Val van Antwerpen (1585.)
Na de Val kwam de stad weer onder het gezag van Filips II en sloten de Noordelijke Nederlanden de Schelde af.
Economisch gezien was dit een ramp.
Bovendien ontvluchtten niet alleen de protestanten, maar ook de commerciële en intellectuele elite de stad.
Van de 100 000 inwoners in 1570 bleven er in 1590 zowat 40.000 over.
Toch duurde de culturele bloei nog tot halfweg de zeventiende eeuw, met schilders als Rubens, Van Dyck, Jordaens en Teniers, de beeldhouwerfamilies Quellin en Verbrugghen, drukkers als Moretus en de beroemde Antwerpse klavecimbelbouwers.
Vanaf 1650 tot in de negentiende eeuw valt er nog weinig vrolijks over Antwerpen te melden.
De Schelde bleef dicht en de metropool werd een provinciestad.
Onder het Oostenrijkse bewind (1715–1792) probeerde Jozef II de stroom manu militari vrij te maken, maar dit mislukte.
In 1795, onder Franse bezetting, lukte het wel, maar ditmaal stuitten de schepen op een Engelse blokkade.
Geen wonder, want Napoleon beschouwde de Antwerpse haven als ‘een pistool gericht op het hart van Engeland’.
Aan de Franse periode (1792–1815) dankte Antwerpen wel de aanzet tot een moderne haven, maar tegelijk viel het culturele patrimonium ten prooi aan een zelden geziene kunstroof en vernieling.
Er werden zelfs plannen gemaakt om de kathedraal te slopen.
Na de val van Napoleon in Waterloo (1815) volgde een kortstondige hereniging met de Noordelijke Nederlanden en een even korte bloei, die eindigde met de Belgische revolutie (1830) en opnieuw de sluiting van de Schelde.
Een definitieve vrije doorvaart kwam er pas in 1863.
Toen kon de derde grote bloeiperiode van Antwerpen beginnen.
Afgezien van onderbrekingen tijdens de twee wereldoorlogen beleefde Antwerpen in de twintigste eeuw een gestage economische groei.
In 1920 organiseert Antwerpen de Olympische Zomerspelen.
Voor het eerst werd de Olympische vlag gehesen, worden duiven losgelaten als symbool voor de vrede en werd de Olympische eed afgelegd door een atleet.
Op cultureel vlak kreeg de stad in 1993 internationale uitstraling toen ze Culturele Hoofdstad van Europa werd: meteen de erkenning van haar historische en hedendaagse rijkdom waarvan ook u kan genieten.
Showing posts with label Antwerpen. Show all posts
Showing posts with label Antwerpen. Show all posts
July 17, 2008
July 4, 2008
Het is weer bijna op vakantie
Geachte Medebloggers,
Nog een paar dagen werken en dan gaan we ons weer eens heerlijk laten verwennen in een hotel, kamperen is namelijk niet mijn ding.
We gaan of in een huisje of in een hotel.
Dit jaar is Antwerpen de eindbestemming en de auto is ons favoriete vervoermiddel. We gaan weer optimaal genieten en als de kinderen naar bed zijn gaan pa en ma nog gezellig een flesje wijn opentrekken.
Hierna zullen wij waarschijnlijk weer veel oud en vertrouwd het zogeheten "visserslatijn" spreken.
Het mooie aan Belgen vind ik dat ze veel meer originele (Nederlandstalige)woorden gebruiken, wij zullen ons dan ook volledig laten plezieren.
Laat het schip maar even zonder mij kunnen, de mobiele telefoon blijft thuis en de e-mail lees ik de komende dagen niet.
Ons budget is aardig en wij gaan ons te buiten aan alles wat god verboden heeft.
De kinderen gaan voor het dagje pretpark en zeer waarschijnlijk de dierentuin, moeder voor de rust en vader voor het genieten.
In plaats van met toeristen werken gaan we de toerist uithangen.
Het is dit jaar een korte vakantie maar het vast weer heftig.
We hopen dat we mooi weer krijgen natuurlijk, maar ja dat zal moeten blijken.
In verband met deze komende vakantie is er volgende week waarschijnlijk geen blog.
Kortom we gaan genieten van het leven.
Elke dag dronken is ook een geregeld leven toch?
Subscribe to:
Posts (Atom)
Holidays are not fun when you are poor
Dear Bloggers, The holidays are approaching, the days are gretting shorter, and the temperature is dropping. December is a joyful mont...
-
Dear Bloggers, When you and your spouce get into the adventure of buying property you need to borrow some money if you are a regul...
-
Dear Bloggers, Last evening I found myself on the couch hanging out on the Internet with a good friend of mine chatting about variou...
-
Dear Bloggers, Yesterday morning I had to consult my doctor due to some earlier done bloodtests as my hands have been painful all day long...